
Coba Ritsema
1876 - 1961
Potten
Olieverf op doek, 37 x 46 cm, gesigneerd l.o.
Dit schilderij is tevens beschikbaar voor bruikleen.
Jacoba 'Coba' Ritsema
Haarlem 1876 - 1961 Amsterdam
Potten
Olieverf op doek, 37 x 46 cm, gesigneerd l.o.
Herkomst: Particuliere collectie
Met echtheidsverklaring van Stichting de Kunsttunnel, 23 oktober 2019.
De bijzondere grijstinten van dit speciale schilderij van Coba Ritsema doen denken aan wat de in die tijd bekende kunstcriticus Albertine de Haas in 1913 in het tijdschrift 'Onze Kunst' schreef:
"En het heerliJke grijs van Coba Ritsema's damesfiguurstuk, weliswaar in een ander staal, op de onlangs gehouden Vierjaarlijksche te Amsterdam, de zilveren medaille bracht, schittert in lichtende vlakken, in oneindige reflex en is in dit atelier als de samenvatting van het vermogen der schilderes: een hartstocht van kleur, welke na Breitner, door geen jongere zoo hevig en tegelijk zoo zuiver werd gevoeld."
Coba Ritsema was een Nederlands kunstschilder. Ritsema, dochter van boekdrukker en lithograaf Coenraad Ritsema en Jannetje Moulijn, volgde in Haarlem de School voor Kunstnijverheid en studeerde vervolgens aan de Rijksakademie van beeldende kunsten te Amsterdam.
Ritsema werkte later samen met haar broer Jacob in een atelier in Haarlem en vervolgens in een atelier aan het Singel in Amsterdam. Ze hoopte hier les te kunnen krijgen van Floris Verster en Thérèse Schwartze, maar zonder succes. Reden hiervoor was dat beide kunstenaars vonden dat zij al een eigen stijl had ontwikkeld. Ritsema was een succesvol kunstenares. Op de Wereldtentoonstelling van 1910 in Brussel ontving ze een bronzen medaille.
Samen met acht andere bevriende kunstenaressen richtte zij een kunstenaarsvereniging op, die door de kunstcriticus Albert Plasschaert als de Amsterdamse Joffers werd geïntroduceerd. De groep kunstenaressen droeg in belangrijke mate bij tot de acceptatie van vrouwen in de kunst in die tijd.
De Joffers kwamen wekelijks bijeen om te schilderen en exposeerden ook gezamenlijk. Tot de Amsterdamse Joffers behoorden Coba Ritsema (1876-1961), Lizzy Ansingh (1875-1959), Marie van Regteren Altena (1868-1958), Nelly Bodenheim (1874-1951), Jo Bauer-Stumpff (1873-1964), Jacoba Surie (1879-1970), Ans van den Berg (1873-1942) en Betsy Westendorp-Osieck (1880-1968).

Tijdschrift 'Onze Kunst' 1913